Lichaamstaal, de taal die iedereen spreekt
door Frank van Marwijk
Iedereen maakt gebruik van lichaamstaal.
Mensen kunnen niet zonder elkaar. In het contact met anderen communiceren we voortdurend. Hierbij maken we gebruik van taal. Taal kan op verschillende manieren worden geuit, onder andere met behulp van de stem of door middel van schrift. Zo kunnen we de inhoud van een boodschap aan elkaar duidelijk maken.
Het vaststellen van de betrekking is echter vaak nog belangrijker dan het mededelen van de inhoud van de boodschap. Communiceren op betrekkingsniveau kan op twee manieren: met en zonder woorden. In beide gevallen wordt dat metacommunicatie genoemd: communicatie over communicatie.
Op betrekkingsniveau maken we elkaar duidelijk hoe een boodschap moet worden opgevat en hoe we de relatie met de ander zien. Hiertoe zijn de woorden vaak ontoereikend. We vertellen elkaar niet zo makkelijk wat we voor elkaar voelen of hoe de boodschap eigenlijk bedoeld is. Bij gesproken taal ondersteunen we daarom onze boodschap dan ook met het gebruik van lichaamstaal. Niet gesproken taal noemen we ook wel non-verbale communicatie. Lichaamstaal gebruiken we altijd: Iemand aankijken betekent bijvoorbeeld iets anders dan iemand niet aankijken. In het contact met anderen is het dus niet mogelijk om niet te communiceren.