Over de relatie tussen religie, dieren en voeding
Eten, en met name het eten van vlees, roept bij veel mensen van nature tegenstrijdige gevoelens op; van de ene kant is het lekker, plezierig, van de andere kant betekent eten het ontzeggen van leven aan een ander wezen.
600.000 jaar lang werd de Aarde bevolkt door jagers die voor hun voedselvoorziening aangewezen waren op de jacht. Pas 8000 jaar wordt de Aarde bevolkt door culturen die leven van gedomesticeerde planten en dieren.
De cultuur van een volk hangt nauw samen met de manier waarop de mensen – via het medium voedsel – met de natuur omgaan. Eten is de “bemiddelaar” tussen mens en natuur, want door hetgeen we eten, kennen we de natuur. Eten brengt ons dichter bij de natuur, doordat alle zintuigen eraan te pas komen wanneer wij natuurlijke producten consumeren.
Eten is de brug tussen cultuur en natuur en daarom in veel culturen heilig of van een spirituele lading voorzien.
We gaan nu in op de manier waarop de primitieve jagersculturen met het doden van dieren omgingen. Zij zijn het die honderdduizenden jaren direct geconfronteerd werden met het dilemma “doden om te eten”