Het vraagt wat moed en doorzettingsvermogen om met vasten te beginnen en het vol te houden, maar het is minstens even belangrijk te voelen, wanneer je moet stoppen en vooral: hoe.
Eén ding staat vast, je mag noooit in één keer stoppen en er op los gaan eten.
Net zoals het vasten wordt opgebouwd, moet het ook worden afgebouwd; net zoals het eten werd afgebouwd, moet het langzaamaan weer worden opgebouwd.
Begin de eerste dag waarop je niet meer vast met een stukje fruit, bijvoorbeeld een appel.
Eet hem alsof het de eerste en enige appel is die je ooit te eten krijgt, puur alles eruit, proef hem, kauw hem, probeer alle smaken die erin zitten te proeven.
Meng hem met je speeksel en maak er een papje van en kauw tot je haast niets meer in je mond hebt.
De volgende dag eet je iets meer, gebruik zo min mogelijk zout.
Zo bouw je langzaam op in een tijd die de helft van de vastentijd bedraagt.