Guasha is een schraaptherapie welke afkomstig is uit Zuidoost-Azië. Deze techniek is al enkele duizenden jaren oud. Er werd van oudsher geschraapt met diverse hulpstukken zoals bamboe, hoorn, lepels, koperen munten tot in deze tijd met de jadesteen.
In China is deze techniek, die toegepast werd als “huis-tuin- en keukenmiddel”, onder de loep genomen. Medische studie en praktische toepassingen hebben deze techniek uitgediept en een medische wetenschappelijke basis gegeven. Daaruit is de Guasha-techniek ontstaan.
Midden jaren ’70 krijgt Guasha bekendheid in Amerika door Arya Nielsen en pas in de jaren ’90 kwam Nederland in contact met deze therapie.
Bij de behandeling wordt een speciale guasha-olie op de huid gebracht. De olie gebruikt men enerzijds als bescherming, opdat de huid niet beschadigt en anderzijds voor ontgifting van het lichaam (kruidenbestandsdelen). Nadat de olie is aangebracht begint het schrapen met de guasha-steen. Door deze schraaptechniek komen de afvalstoffen vrij die zich bevinden in het bindweefsel, spieren, gewrichten en zenuwstelsel. Hierdoor ontstaat een betere doorbloeding en het lichaam wordt gereinigd van afvalstoffen (verzuringsproces).